Het “vluchtelingendebat” is volop gaande hier in Nederland. Nog nooit is op zo een asociale manier, door burger, media en politici, een debat gevoerd. Half Nederland wil vluchtelingen uit “eigen achtertuin” houden.
We krijgen het allemaal wel mee. In Woerden vallen een aantal idioten en Neo-Nazi’s een vluchtelingen opvangplek aan. In Steenbergen werden de middelvingers opgeheven tijdens een informatiebijeenkomst, de nazi-groet uitgebracht en werd er heel wat geschreeuwd dat de vluchtelingen er niet welkom zijn. Ook Mark Rutte van de VVD, notabene de premier, maakte duidelijk; geen vluchtelingen in “mijn achtertuin”.
Stomverbaasd en met pijn in mijn hart, volg ik via sociale media de discussie. Ik kan het niet eens een discussie of een debat noemen. Half Nederland zit vanuit al het gemak en comfort dingen te roepen over mensen waar ze het verhaal niet eens van kennen. Autochtoon Nederland is als verwende kinderen aan het janken. De hele tijd wordt er geschreeuwd “Ik, ik, ik, ik, mijn, mijn, mijn, mijn, ik, ik, ik, heb het zo goed en wil het niet delen met wie dan ook”.
Tja, makkelijk praten als je eerst je buik vol vreet, voordat je praat en geen bommen hoeft op te vangen, enkel wat mensen die de bommen hebben kunnen ontvluchten. We zijn in Nederland zo asociaal verwend geraakt dat vluchtelingen in/uit Syrië elkaar vertellen dat ze niet naar Nederland moeten komen. We weten allemaal inmiddels wel waarom. Hoe diep ben je dan gezonken als land? Dat mensen die uit de oorlog vluchten elkaar vertellen niet naar Nederland te gaan!?!
Weet je, beste Mark Rutte en tokkie autochtone Nederlanders? Ze hoeven helemaal niet in jullie “achtertuin”. Ze mogen wel in mijn achtertuin. In het hoge Noorden, ver weg van jullie.
Breng ze maar, beste Nederland. Breng ze maar naar Helpman in Groningen. Achter mijn appartement is er genoeg ruimte, daarnaast is er een klein bos. Zet maar een AZC neer in mijn achtertuin of wat houten tuinhuisjes en wat tentjes. Geen probleem. Van mij mogen alle vluchtelingen in mijn achtertuin. Ik zal ze elke dag opzoeken, ze Nederlands leren, spelletjes met ze spelen, hen vertellen over jullie, met ze praten en vooral naar ze luisteren zodat ze hun hart kunnen luchten. Ze mogen op mijn schouders uithuilen, schreeuwen en ik zal voor, en met ze koken.
Beste Rutte, hierbij officieel mijn medewerking en voor jou een geruststelling; ze hoeven niet in uw achtertuin, daar stinkt het toch. Breng de vluchtelingen maar naar Helpman in Groningen. Ik deel mijn achtertuin graag met ze.