‘Spreekt u nog een andere taal?’, vraagt de vrijwilliger, vermoedelijk vanwege mijn voorkomen. Ik moet haar teleurstellen. Ik sta bij het voormalige Huis van Bewaring aan de Havenstraat in Amsterdam. Hier is een tijdelijke opvang voor asielzoekers ingericht. Lidewij, een vriendin van mij, doet mee met een initiatief van Adam Helpt, waarbij Amsterdammers vluchtelingen thuis uitnodigen voor een etentje.

Omdat het alleen mannen betreft moet er minimaal één andere man bij aanwezig zijn, dus stelde ik voor om de heren dan ook maar op te halen. Even later komt de vrijwilliger terug met twee vriendelijk ogende mannen. Tesfay spreekt een beetje Engels, Abraham alleen Tigrinya, de taal van het gebied in Eritrea waarvandaan zij gevlucht zijn.

“Kan ik dit ook doen?”
Terwijl we wachten op een Uber-taxi bestuderen we in de Uber-app gezamenlijk de route die de chauffeur aflegt op weg naar ons. De mannen blijken enkele woorden Nederlands te spreken. ‘Dit is Havenstraat?’, vraagt Tesfay, terwijl hij op de app wijst. In de taxirit die volgt hebben we een geanimeerd gesprek met chauffeur Mehdi. Mehdi, een Parijzenaar met wortels in Tunesië, spreekt Nederlands met een fraai Frans accent. Drie jaar geleden verhuisde hij samen met zijn Portugese vrouw naar Amsterdam. Zij kon hier een baan krijgen. Hij, van huis uit tennisleraar, geeft nu ook hier tennisles en werkt daarnaast als Uberchauffeur. ‘Kan ik dit ook doen?’, vraagt Mehdi. ‘Ik wil ook vluchtelingen bij mij thuis laten eten. Ik wil iets doen, ik heb al kleding gebracht, maar wil meer doen.’ Dankbaar is hij als ik hem de link stuur waarmee hij zich kan aanmelden.

Taalbarrière
Aangekomen op onze bestemming wachten vijf vrouwen ons op. Na een kennismaking met een kopje thee gaan we aan tafel. ‘No meat, is that OK?’, vraagt Lidewij, onze gastvrouw van vanavond. Tesfay lacht: ‘Yes, we love vegetables.’ Hoewel taal aanvankelijk een barrière is, begrijpen we elkaar naarmate de avond vordert steeds beter. Beide mannen hebben hun gezin in hun thuisland achtergelaten, gevlucht vanwege de onderdrukking als christelijke minderheid. Nu zijn ze weer een minderheid, maar wel veilig. De toekomst is onzeker, de procedure onduidelijk, toch zijn ze dankbaar en voelen ze zich welkom in Nederland. Werken willen ze, Abraham is bouwvakker en Tesfay monteur.

Memory
Na het eten blijkt Memory een gouden zet. Tesfay: ‘How do you say bank?’ ‘We say bank.’ ‘Yes bank, were you get money.’ ‘We say bank!’ ‘Oh, you also say bank?!’ ‘Yes, we also say bank. By the way, you are also sitting on a bank. ‘This is also bank?’ ‘Yes, but without money.’ We lachen veelvuldig, om gevonden overeenkomsten en grappige versprekingen in elkaars taal. De gastvrouw wint, met overmacht, Tesfay en Abraham winnen van de overige gasten, ik eindig als laatste. Als het woord ‘hoofd’ ter sprake komt, komen we spelenderwijs uit bij ‘hoofd, schouders, knie en teen’. Na een aantal keer oefenen zingen Abraham en Tesfay uit volle borst mee, en doen het bijbehorende dansje. Rond negen uur nemen Tesfay, Abraham en ik afscheid van de vrouwen.

Wesley, de mantelzorger en chauffeur
Op de terugweg vertelt chauffeur Wesley, na het horen van het verhaal van Tesfay en Abraham, over zijn eigen Molukse ouders. Zijn vader diende in het Koninklijk Nederlands Indisch Leger en werd daarom na de onafhankelijkheid van Indonesië met het gezin naar Nederland overgebracht. Bij aankomst werden ze in een voormalig concentratiekamp gehuisvest. Werken mocht niet. Het duurde jaren voordat ze konden integreren in de samenleving: ze zouden immers teruggaan. Wesley zelf verloor door een reorganisatie zijn baan bij de gemeente, waar hij jarenlang gewerkt had. Nu is hij mantelzorger voor zijn moeder en verdient hij in de avonduren bij als Uberchauffeur. Zijn Amsterdamse stratenkennis blijkt nog niet foutloos, waardoor we twee keer zo lang onderweg zijn en ik twee keer zo duur uit ben, maar het deert niet, dit geeft mij de gelegenheid zijn verhaal hier op te tekenen.

Memorabele avond
Het is een memorabele avond met verwachte en onverwachte ontmoetingen. Tesfay, Abraham en een aantal Nederlanders, hun Amerikaanse gast, de charmante Mehdi en Wesley de mantelzorger: we hebben van elkaar en over elkaar geleerd. Onze landenkennis is verrijkt, ken je het land Djibouti al? Het ligt in de Hoorn van Afrika en grenst aan Eritrea. Het vocabulaire van ons allen is gegroeid, in het Nederlands, Engels en Tigrinya. Oh, voor ik het vergeet, voor degenen die het zich afvragen, niemand van de aanwezige vrouwen is aangerand, verkracht of anderszins onheus bejegend.

Op 21 november organiseert Adam Helpt een nieuwe avond, ditmaal met gezinnen en alleenstaande vrouwen. Voor deze avond hebben zich al voldoende mensen aangemeld. Op Adam Helpt kun je je aanmelden voor toekomstige avonden, die ongetwijfeld zullen volgen.

When you have more than you need, build a longer table, not a higher fence.

Yellah, deel a mattie
Zohair Elabd
Projectmanager, docent en columnist, maar in de eerste plaats mens. Roots in Palestina, maar geworteld in Nederland. Draagt graag bij aan het verbeteren van beeldvorming rondom de multiculturele/pluriforme samenleving. Door het stellen van vragen, het blootleggen van onwaarheden of door absurdheid aan te tonen, dit alles met als wapen de pen! Een weg terug naar 'vervlogen tijden' (die eigenlijk nooit bestaan hebben) kan per slot van rekening niet meer. Verder geïnteresseerd in inspirerende mensen, verduurzamen van onze wereld, verhogen van dierenwelzijn en…. het hebben van veel plezier, elke dag weer!

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in